Roy Jansen vertelt

Wat vind jij het leukste aan je werk als docent?
‘Als docent zijn er een hoop leuke dingen op een werkdag. Het leukste? Dat is toch wel de diversiteit onder de leerlingen. Leerlingen zijn heel eigenzinnig en hebben allemaal een eigen manier van werken en leren. Het is een dankbaar gegeven dat je hen op zijn of haar manier kan helpen hun doelen te verwezenlijken. Gepersonaliseerd leren speelt daarin voor mij een grote rol. Zo kan iedereen op hun eigen manier vakken en projecten afronden. Dat geeft echt een kick.’

Welke herinnering is jou het meest bijgebleven?
‘De lesnachten op de Irenestraat voor het goede doel, zijn toch altijd wel een hoogtepunt van het schooljaar. Je leert de leerlingen kennen onder andere omstandigheden, terwijl dit natuurlijk ook geldt voor collega-docenten. Het gegeven dat je met een hele organisatie leuke dingen doet en daarmee geld ophaalt voor het goede doel, is een mooi streven. Nu hebben we dit door corona niet kunnen doen, maar laten we hopen dat dit snel weer mogelijk is!’

Wat is er de afgelopen jaren veranderd in jouw rol als docent?
‘Ik ben natuurlijk pas vier jaar geleden afgestudeerd, dus werk nog redelijk kort in het docentenvak. Echte veranderingen heb ik dan ook nog niet opgemerkt. Veel van de huidige taken komen terug op de lerarenopleiding. Als ik terugkijk op mijn tijd als leerling op ISW merk ik wel dat er veel meer naar het differentiëren wordt gekeken van de lessen. Het onderwijs wordt steeds meer gericht op de leerlingen, waarbij een andere aanpak nodig is. En dat is natuurlijk een schitterende verandering.’

Wat vind je van de samenwerking van ISW en het bedrijfsleven?
‘De kennis en contacten van ISW Onderneemt is essentieel voor leerlingen om door te kunnen groeien in hun vak. Het zorgt voor bredere mogelijkheden voor LOB en praktische toepassingen, waarbij de lessen worden gekoppeld aan de praktijk. Mijn recente samenwerking met ISW Onderneemt met betrekking tot de sollicitatieworkshop is daar een goed voorbeeld van. Normaal gesproken is de stof redelijk droog, maar nu werd alles tastbaar voor de leerlingen waarbij dit ten gunste komt van de (toekomstige) stages.’